Op een mooie zwoele avond zat de leiding zoals gewoonlijk wat na te kaarten rond het leidingsvuur dat zich aan de rand van het kampterrein bevond net naast het dennenbos. Het was al redelijk laat en alleen de gebruikelijke nachtbrakers bleven over. (Bert'n, Bartje, ...)
Op een bepaald moment hoorden we in de verte een geruis als van een trein. Het geluid leek dichterbij te komen maar kon onmogelijk een trein zijn aangezien er eenvoudigweg geen trein passeerde aan het kampterrein.
Het naderende geluid ging over in ruisen en het begon nu ook te druppelen. Binnen enkele seconden veranderde het druppelen in een ferme onweersbui en was meteen het raadselachtige geluid verklaard.