Toen we aankwamen de eerste zaterdag op het kampterrein werden we hartelijk door onze Veense vrienden ontvangen. We hadden een tof kampterrein waarvan ongeveer 1 vierde uit een boomgaard bestond. Marcus, den boer zei wel dat we absoluut geen tenten onder de fruitbomen mochten zetten. Nu en dan kraakten er namelijk vrij grote takken af.
De groepsleiders (moha en mille) verboden dus ook iedereen om er hun tenten op te zetten en uiteraard haalde ook niemand het in z’n hoofd om dit te doen….behalve… de groepsleiders zelf natuurlijk. Een vijftal dagen verder zat ik samen met mille in de leidingsshelter en hoorden we één van de takken kraken. Een kleine tak kwam naar beneden en kwam tussen andere takken vast te zitten in de boom. Net de boom waar Mille ook z’n wagen onder geparkeerd had.
Ik raadde hem aan om toch maar beter z’n wagen te verzetten, wat hij ook onmiddellijk deed. En gelukkig maar, hij was welgeteld een 15 seconden weg of er kwam een tak naar beneden van zo’n 5 meter lang, 30 cm doorsnee. Net waar de wagen stond…Toen waren ze blijkbaar toch overtuigd om ook hun tent midden het kamp nog es te verplaatsen.